Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [93]Droogte zal zijn over haar wateren, dat zij uitdrogen; want het is een land [94]van gesneden beelden, en zij [95]razen naar de [96]schrikkelijke [afgoden]. 93. Vergelijk boven de aantekening vs.24. 94. Vol van afgoderij, die zij met de gesneden beelden bedrijven. 95. Als dolle, onzinnige mensen. Zie van het Hebreeuwse woord Ps.5:6. 96. Hebreeuws, verschrikkingen. Alzo worden de afgoden met recht genoemd, omdat sommige schrikkelijk van gedaante zijn, en in het algemeen den afgodendienaren schrik aanbrengen. Gelijk zij elders om gelijke oorzaak smarten genoemd worden. Zie 2 Sam.5:21. Met denzelfden naam, Emim, zijn eertijds vanwege hunne verschrikkelijkheid, enige reuzen genoemd. Zie Gen.14:5, en Deut.2:10, met de aantekening. En zodanigen plegen zich wel de macht en heerschappij over anderen aan te nemen, en voorts naar de wijze der heidenen tot afgoden gemaakt te worden. Zulk een is ook zonder twijfel geweest Nimrod de eerste stichter der Assyrische en Babylonische heerschappij; zie Gen.6:4, en Gen.10:8.